Vijf goede redenen waarom wij investeren in ecologische kookvuren voor de mamans!

In Congo, zoals in veel Afrikaanse landen, koken vrouwen traditioneel op open houtskoolvuren — vaak zogenaamde driestenenvuren die binnenshuis de hele dag blijven smeulen. De schadelijke rook die daarbij vrijkomt, vormt een groot gevaar voor de gezondheid. Wereldwijd sterven hierdoor meer mensen dan aan aids, tuberculose en malaria samen.

Daarom kiezen wij bewust voor de investering in ecologische kookvuren. Dit zijn onze vijf belangrijkste redenen:

1. Voor een gezondere leefomgeving voor de mamans en hun kinderen

Ecologische kookvuren stoten veel minder rook en schadelijke gassen (zoals CO₂ en CO) uit. Dit vermindert het risico op luchtweginfecties aanzienlijk. Bovendien zijn de vuurtjes beter hanteerbaar, wat de kans op brandwonden verkleint — vooral bij kleine kinderen.

2. Omdat het geld én tijd bespaart

Houtskool is duur. Ecologische kookvuren verbruiken tot 50% minder brandstof, wat neerkomt op een besparing van tot wel 10 dollar per maand. Voor ons een klein bedrag, voor onze mamans een grote hulp.
Bovendien is de kooktijd korter, waardoor er meer tijd overblijft voor andere taken of rust.

3. Omdat ze gebruiksvriendelijker zijn

Een traditioneel vuur binnen aanmaken is vaak de enige manier om het te beschermen tegen regen. Ecologische kookvuren zijn compact, verplaatsbaar en voorzien van handvaten. Zo kunnen de mamans makkelijk schakelen tussen binnen en buiten, zonder risico dat het vuur

4. Om het milieu te beschermen

In niet-geïndustrialiseerde landen is koken op houtskool één van de grootste oorzaken van luchtvervuiling.
Dankzij ecologische kookvuren is er 50% minder houtskoolverbruik, en dus ook 50% minder ontbossing. Goed voor het klimaat én voor de lokale biodiversiteit.

5. Om de lokale economie te stimuleren

De ecologische kookvuren worden lokaal geproduceerd door vakmensen uit het dorp. Een deel van de opbrengst gaat rechtstreeks naar hen. Zo ondersteunen we niet alleen het milieu en de gezondheid, maar ook de economische zelfredzaamheid van de gemeenschap.