In Congo, zoals in vele Afrikaanse landen, koken vrouwen op houtskoolvuren. Meestal zijn dit open "driestenenvuren" die de ganse dag blijven smeulen in een hoek van hun huisje en zo voor een ongezonde leefomgeving zorgen voor het ganse gezin. De giftige rookwolk doodt wereldwijd meer mensen dan aids, tuberculose en malaria bij elkaar.
Om volgende redenen investeren wij dan ook in ecologische kookvuren voor onze mamans:
Voor een gezondere leefomgeving voor de mamans en hun kinderen.
Ecologische kookvuren stoten minder rook en toxische gassen (CO2 en CO) uit waardoor aanzienlijk minder ziektes van de luchtwegen voorkomen.
Doordat de vuurtjes makkelijk hanteerbaar zijn, is het risico op verbranding ook kleiner.
Zodat de mamans geld en tijd uitsparen.
Houtskool is duur. Ecologische vuren verbruiken tot wel vijftig procent minder. Een besparing op het huishoudbudget die makkelijk kan oplopen tot tien dollar per maand. Voor ons een peulschil, voor hen een wereld van verschil.
Bovendien is de kooktijd aanzienlijk korter. Tijd die ze dan aan andere taken kunnen besteden.
Zodat de mamans gebruiksvriendelijker kunnen koken.
Een open vuur wordt binnen aangemaakt om te vermijden dat het gedoofd wordt door een fikse regenbui. Ecologische kookvuren hebben handvaten zodat ze makkelijk en snel verplaatsbaar zijn. Geen vrees meer voor een onverwachte regenbui dus.Om het milieu te beschermen.
In niet-geïndustrialiseerde landen is koken op houtskool de belangrijkste oorzaak van luchtvervuiling. Ecologische kookvuren kunnen dit aanzienlijk verminderen.Vijftig procent minder houtskoolverbruik, dus ook vijftig procent minder bomen die gekapt worden.
Om de lokale economie te stimuleren.
De ecologische kookvuren worden lokaal gemaakt door vakmensen uit het dorp. Een deel van de opbrengst van de verkoop gaat rechtstreeks naar hen. En dat is nu juist wat we willen bereiken, de lokale economie stimuleren.Lees ook het MO-artikel "Vrouwen roken zich dood, in de keuken" over de vergelijkbare situatie in Malawi.
